1 december 2013

“Europa best belangrijk”. Met deze leus werd 10 jaar geleden campagne gevoerd door de Nederlandse regering om de Europese Grondwet in het eerst nationale referendum onder de aandacht te brengen van Nederlandse kiezers. Het werd geen succes. Een grote meerderheid van 62% zag niets in een Europese Grondwet en Nederland stemde tegen het voorstel. Toch is Europa niet minder belangrijk geworden. Integendeel. En het zal het ook steeds meer worden. Ook voor gedistilleerd.

Sinds vorige maand heb ik ook een Europese functie: voorzitter van spiritsEUROPE, onze Brusselse koepelorganisatie, waar 37 organisaties lid van zijn. In deze Spirits NL nieuwsbrief kunt u een interview met Paul Skehan lezen, de directeur. Hieronder een paar illustraties.

Alle voeding die op de markt wordt gebracht moet voldoen aan de door Brussel gestelde eisen. Dus ook gedistilleerd. Ooit, in 1989 is toen na heel veel gesteggel een wankele verordening met nr. 1576 in het leven geroepen, waarin o.a. jenever geen minimum alcoholpercentage kende. Deze verordening werd vervangen door Verordening 110/2008, waarin Jenever zowaar een geografische bescherming werd toegekend met een minimum percentage van 30%. Het kan verkeren.

Zelf heb ik ook nog aan de wieg gestaan van één van de grootste ruzies in Brussel over gedistilleerd, namelijk de nieuwe wodka definitie. In 1996 was er een Nederlandse producent van wodka, die dit product bereidde door het mengen van water en alcohol. Hij verkocht dit mengsel als wodka en dus stond het productschap erop dat ook heffing werd betaald. “Echt niet” zei de producent. Ook niet toen wij uitlegden dat dit product voldeed aan de Europese eisen van wodka. “Echt niet” zei uiteindelijk ook de hoogste Nederlandse rechter, want het is misschien wodka, maar geen gedistilleerde drank. Dit had tot gevolg een groot juridisch gat in de Europese regelgeving waar alle wodka producenten en de burocraten iets mee moesten. Wat de traditionele wodkalanden echter wilden (wodka alleen volgens hun eigen recepten bereiden en vooral uit hun eigen landen laten komen) werd tegengegaan door de rest van Europa. Wodka wordt nu eenmaal overal gemaakt. Zelden heeft een discussies over gedistilleerd zoveel emoties opgeroepen. Zweden verloren hun speekwoordelijke zelfbeheersing en de Polen maakten iedere vorm van overleg tot een Poolse landdag. Uiteindelijk is er toch een compromisje uit gekomen, al is daarbij wel de gearomatiseerde wodka gesneuveld. Die werd voor 2008 nog bereid op basis van wodka en dus met lagere alcoholpercentages, maar sinds 2008 alleen nog maar vanaf 37,5%. Dat heeft ook Nederlandse producenten getroffen.

Tegenwoordig speelt Europa ook een rol in de accijns. Op twee punten. Eén punt speelt al jaren. Sinds 1992 zijn de regels in Richtlijn 92/84 over de onderlinge aanpassing van accijnstarieven voor bier, wijn, tussenproducten en “overige alcoholhoudende dranken” niet meer aangepast. Dat komt omdat het minimumtarief voor wijn nul is en meer dan 14 van de 28 lidstaten ook een nultarief hanteren. Portugal, Italië, Griekenland en Spanje heffen geen accijns op wijn. Op bier en gedistilleerd is die verdrievoudigd, maar men overwoog niet eens een beperkt tariefje te berekenen voor wijn. Deze nu al 22 jarige tax holiday doet pijn in Nederland. Want Duitsland kent ook een nultarief op wijn en met 1200 brouwerijen is de neiging om bier te ontzien groot, dus drukt dat ook het tarief voor gedistilleerd. Daar trekt de Nederlandse overheid zich niets van aan en de Nederlandse consument wel, zoals we weten.

Bij accijns speelt Europa ook een nieuwe rol: het Europese semester. Ieder jaar moeten de Euro landen hun concept begrotingen voor het volgende jaar eind april inleveren. En die begroting moet onder het tekort van 3% blijven. De afgelopen twee jaren leverde ons dat het einde van Rutte 1 op, het Kunduz akkoord met accijnsverhoging van 6%, verkiezingen, Rutte 2 en een nieuw regeerakkoord met een verhoging van 5,75%. Kortom, Europa is best belangrijk.

 

Joep Stassen, directeur Spirits NL

Hoofdthema's