3 april 2018

Den Haag (SPIRITSNL) – Discussies over alcohol en jongeren is geen exclusief Nederlandse bezigheid. In vele Europese landen wordt er over gesproken en wordt hier beleid op ontwikkeld. De Europese Commissie en het Parlement trachten ook wel wat te coördineren maar lidstaten blijven autonoom wel of niets te ondernemen. Nu zou je misschien denken dat lidstaten ook bij elkaar afkijken hoe zaken aangepakt worden, maar dat gebeurt maar heel weinig.

Onlangs was ik te gast bij de jaarvergadering van onze Zuiderburen. De Belgische federatie voor wijn en gedistilleerd, Vinum & Spiritus geheten, had een interessante bijeenkomst georganiseerd met sprekers uit wetenschap en politiek in het bijzonder fraaie Leuven. Hoofdthema ook in België is en blijft het drinken door de jeugd. De federatie had daarom ook voorgesteld om de leeftijdsgrenzen voor zwak alcoholhoudend van 16 jaar en sterk van 18 jaar, gelijk te trekken naar 18.

De discussie kwam me bekend voor. Nederland heeft exact dezelfde discussie gekend. Tot 2014 was de leeftijdsgrens voor aankoop van zwak alcoholhoudende drank 16 jaar. Voor drank vanaf 15% vol, was dat 18. Door de politieke draai van het CDA koos de 2e Kamer ervoor om de leeftijd gelijk te trekken naar 18. Voor de Nederlandse drankensector was de leeftijdsgrens eigenlijk nooit een punt van discussie. Binnen STIVA hebben wijn en  bier zich nooit openlijk verzet tegen verhoging en ik geloof niet dat Kamerleden door de brouwers noch wijnhandel op dit punt zijn belobbyd. Wel is altijd gemeld dat verhogen zonder extra  inzet van handhaving geen goed idee is. Gedachte hierachter is simpel: met het verhogen van de leeftijd, neemt ook de groep aan potentiele overtreders toe met 16 en 17 jarigen, in dit land al gauw zo’n 400.000 mensen. Die natuurlijk niet allemaal dronken, haast ik erbij te melden.

In België hoorde ik min of meer dezelfde argumenten langs trekken: belangrijkste is preventie en voorlichting van de jeugd en ouders, handhaving moet op orde zijn voordat verhoging zinvol is, en oh ja, al die zoete drankjes moeten aangepakt worden. De dreiging met prijsverhoging en verkoopbeperkingen toppen de discussie af.

Tijdens de bijeenkomst werd ook in de inleiding kort aangestipt hoe de situatie zich in Nederland lijkt te ontvouwen. Hier wordt gesproken over het sluiten van een akkoord. Een preventie akkoord waarbij alle spelers in het veld samenwerken en dat ruimte moet bieden aan bedrijven en instellingen om met projecten en initiatieven Nederland gezonder te maken en excessief alcoholgebruik aan te pakken.

Een dergelijke aanpak lijkt in België nauwelijks haalbaar. Verschil tussen België en Nederland is dat wijn en spirits in één organisatie opereren en bier niet of nauwelijks samenwerkt met V&S. De verwachting is dan ook dat de Belgische biersector zich zal verzetten tegen een dergelijke verhoging. Kortom, de sector is verdeeld. Tel daarbij op de bestuurlijke verdeling van het land in Vlaamstalig, Franstalig en federaal niveau en de kans dat België gaat polderen wordt snel academisch.

Maar er zijn ook andere verschillen in de Belgische en de Nederlandse discussie. Hoewel de toon van de discussie nagenoeg dezelfde is als hier, is het in België nog wel geaccepteerd te wijzen op de positieve effecten van matige consumptie. In Nederland is dit punt toch al verder afgevijld door beleidsmakers, die wijzen op de conclusies van de Gezondheidsraad uit 2015; drink niet en vooral niet meer dan maximaal één glas per dag.

De Belgen laten zich door dergelijke terechtwijzingen niet uit het veld slaan. Want behalve food for thought, volgde ook bij de federatie al snel gewoon (goed) eten en een glas wijn en een digestief.

 

Joep Stassen, directeur SpiritsNL

Hoofdthema's